zaterdag 29 januari 2011

Inleiding

Welkom op mijn blog!

Op deze weblog vind je informatie over de Romeinen. Foto’s en filmpjes zorgen voor een aangename en leerzame reis naar het Romeinse Rijk.

De volgende onderwerpen worden hier behandeld:
                1) Ontstaan van het Romeinse Rijk
                2) Het leven van de Romeinen
                3) Kledingdracht
                4) Godsdienst
                5) Vermaak
                6) Taal
                7) Architectuur


Veel plezier!

zondag 9 januari 2011

Ontstaan van het Romeinse Rijk

Ontstaan van Rome:
Rome ligt aangeduid op de volgende kaart.



Jullie vragen jullie waarschijnlijk af hoe Rome is ontstaan. Hieronder vind je de legende over het ontstaan van Rome. Bekijk eerst eens het filmpje, vooraleer je begint te lezen.

Film: het oude Rome



Legende
In het koninkrijk Alba Longa regeerde de verdorven koning Amulius die zijn broer, Numitor, uit zijn koninkrijk zette. Numitors dochter werd gestraft en mocht nooit trouwen en/of kinderen hebben. Maar Mars, de god van de oorlog, werd verliefd op haar. Samen kregen ze de tweeling ‘Romus en Remulus’. De koning was woedend en hij gaf een bevel aan zijn slaaf om de tweeling in de rivier ‘de Tiber’ te werpen en te verdrinken.
Romulus en Remus hadden geluk. De Tiber was overstroomd en de slaven hebben het mandje in een ondiepe poel gelegd. Het water daalde en het mandje bleef steken op een boomwortel. Een wolvin hoorde het gehuil van de kinderen en kwam erop af. Zij likte Romulus en Remus af en zoogde hen.
De herder van de koninklijke kudde vond de jongetjes en de wolvin.
De herder nam de tweeling mee naar huis. Zijn vrouw zorgde voor de kinderen. Op een dag werd Remus gevangen genomen en voor Numitor geleid.
Toen Numitor het hele verhaal te horen kreeg, realiseerde hij zich dat Remus zijn kleinzoon was. Hij vertelde aan Romulus en Remus wat er met hem en hun moeder was gebeurd. Samen met Romulus en de herders uit het dorp van Faustulus vermoorden ze Amulius. Op die manier wordt Numitor weer koning.

De tweeling stichtte een stad op de plaats waar ze zijn achtergelaten bij de rivier. Er was één probleem: 'wie zal er mogen regeren?' Ze besloten aan de goden om een teken te vragen. Remus kreeg een teken: er verschenen zes gieren in de lucht. Even later vertoonden zich twee keer zo veel gieren bij Romulus. Beide partijen begonnen te vechten. Na een zwaar gevecht werd Remus gedood.
Romulus stichtte op 21 april 753 v. Chr. de stad die de naam kreeg van zijn stichter: Rome.

Romeinse Rijk
Rome heeft zich gevestigd op 7 heuvels langs de Tiber. In het begin leefden er enkel boeren. Rome werd steeds groter. Er werd een koning aangesteld. Rome werd de hoofdstad van het Romeinse Rijk. Het Romeinse Rijk groeide steeds. Het heeft het ganse gebied rond de Middelandse Zee veroverd. Er zijn verschillende koningen, consuls en keizers aan de macht geweest. 

 

Einde van het Romeinse Rijk
De stad Constantinopel is gesticht door Constantinopel de Grote.
Constantinopel was de eerste keizer van het Romeinse Rijk die geloofde in Christus. Hierdoor werd het Romeinse Rijk verdeeld in twee delen: het west Romeinse rijk en het oost Romeinse rijk. In het westelijk deel bleef Rome de hoofdstad. In het Oostelijk deel werd Constantinopel de hoofdstad.

Het leven van de Romeinen

Familie

Familie was belangrijk voor Romeinen. De familie bestond uit familieleden en uit huisslaven. Aan het hoofd van de familie bevond zich de vader. De vrouw regelde het huishouden en zorgde voor eten. De slaven hielpen daarbij. De huisslaven werden goed behandeld. 

Het leven van de rijke Romeinen

De rijke Romeinen hadden zowel een grote villa op het platteland als in de stad. In het huis bevond zich een grote hal zonder dak met een fontein of een zwembad erin. De rijke Romeinen leefden heel luxueus. 


Het leven van de arme Romeinen

De armere Romeinen leefden in hoge gebouwen, die allemaal dicht tegen elkaar stonden. Ze kenden niet veel comfort. Ze konden zich nergens wassen en moesten naar de openbare badhuizen. Voor zich daar te verfrissen moesten ze betalen.  In de stad waren ook enkele openbare fonteinen te vinden. Het was gratis en proper water. De huizen werden verlicht olielampen.

 
In de stad
De drukke Romeinse steden zijn helemaal volgebouwd met huizen, werkplaatsen en woonblokken.
Het belangrijkste deel van de Romeinse stad was het forum. Het forum was een groot plein waar men verhandelde en waar bijeenkomsten werden gehouden. Het forum was omringd
met tempels en andere belangrijke gebouwen. Rondom de rijke steden werden stadsmuren gebouwd.
Het badhuis was een plaats waar je kon baden. Je kon daar een hele middag gaan ontspannen alleen of met vrienden en jezelf reinigen. Zo leerde je nieuwe mensen kennen. Het badhuis bestond uit tenminste 3 kamers: een koud bad, een lauwwarm bad, een warm bad. Soms was er ook een sauna, een zwembad en zelf een renbaan en een bibliotheek bij te vinden.

Toegang tot forum
 
Op het platteland

Op het platteland waren kleine boerderijen te vinden die meestal het eigendom waren van de rijke Romeinen die in de stad wonen. Bij de boerderij werd een landhuis gebouwd waar de slaven of arme mensen in konden wonen. In ruil bewerkten ze de boerderijen. 

Slavernij

In het Romeinse Rijk bevonden zich veel slaven. Wanneer men een stad veroverde werden de mensen uit die stad gevangengenomen. Deze gevangenen werden slaven. Een kind van een slaaf, werd ook een slaaf. Meestal waren slaven het eigendom van een rijke Romein. Die was zijn meester. De slaven moesten dan op de boerderij werken of voor het huishouden zorgen. Slaven hadden geen rechten. Ze werden gezien als een ‘mindere’ die de meester moet gehoorzamen. 

 

zaterdag 8 januari 2011

Kledij

De mannen en vrouwen werd droegen een tunica. Een tunica was een soort zak met drie gaten in voor de armen en het hoofd. Die van de mannen kwam ter hoogte van de knieën en die van de vrouwen kwam tot op de grond. De rijke mannen deden nog een toga over de tunica. Dat is een grote lap stof die je ingewikkeld rond je moest binden. De toga drukte rijkdom uit.
De Romeinen droegen meestal sandalen aan hun voeten. Om ver te wandelen was dat niet zo praktisch. Soldaten kregen bijvoorbeeld sandalen met ijzeren spijkers in de zool of zware, leren schoenen met ijzeren spijkers in de zool.


toga






Godsdienst


Geloof was heel belangrijk voor Romeinen. Ze geloofden in meerdere goden. Dat noemt men polytheïsme. In Rome mochten andere culturen een eigen geloof hebben, zolang ze respect hadden voor de Romeinse goden. De goden werden vereerd in tempels, daarom had iedere god een eigen tempel. De Romeinen moesten offers brengen naar de tempels. De mensen brachten ‘cadeaus’ om de goden te vriend te houden. Er werden ook stieren geofferd. Als de stier van het heilige graan at, was hij geschikt om te offeren.

Vermaak

 Spelen

Er waren verschillende spelen te vinden in iedere stad. Er waren gladiatoren-gevechten en wagenrennen. De spelen werden meestal genoemd naar een god.
Gladiatorengevechten zijn zwaardgevechten die gehouden werden in een amfitheater. Wagenrennen zijn 4 groepen die racen tegen elkaar met paarden die een kar en ruiter trekken. Ze moeten zo vlug mogelijk zeven toeren in de ovalen circus rijden.



  
Theater

Theater was zeer populair in het Romeinse Rijk. Het theaterspel was oorspronkelijk van de Grieken, maar de Romeinen hebben het overgenomen. Men speelde eerst Griekse tragedies, maar dat bleek niet zo geliefd te zijn bij het volk. Ze hielden meer van komedie en mime met dans en muziek. Op het theater speelden enkel mannen. De vrouwenrollen werden gespeeld door jongens.  

De mensen droegen altijd een masker. Het theatergebouw zag er van boven af uit als een D. Op de halve cirkel waren de zitplaatsen en in het midden bevond het podium. Er zijn nog enkele resten gevonden van deze theatergebouwen.

Taal


Latijn was de taal van de Romeinen. Dat is nu een dode taal, want die wordt niet meer gesproken. De rijke kinderen kregen  vroeger de kans om naar school te gaan. Daar werden Latijnse lessen gegeven.
De meest beroemde Latijnse woorden zijn “Veni, Vidi, Vici”: Ik kwam, ik zag, en ik overwon. Julius Caesar zei deze woorden bij het veroveren van grondgebieden.